De basis van elektrodelassen
Elektrodelassen, ook bekend als niet-geautomatiseerd metaalbooglassen (MMA), verwijst naar een lasmethode waarbij een staaf toevoegmiddel in de lastang dient als laselektrode. De boog brandt tussen de staaf en het werkstuk.
Het verschil met andere lasmethoden is dat de staaf met toevoegmateriaal die bij MMA-lassen dient als laselektrode, tijdens het lasproces steeds korter wordt. Bij TIG- en MIG-/MAG-lassen moet de afstand van de toorts tot het werkstuk steeds constant blijven. Bij MMA-lassen moet de lastang echter steeds naar het werkstuk toe bewogen worden om de afstand tussen de elektrode en het smeltbad constant te houden. Dit maakt MMA-lassen extra uitdagend.
ELEKTRODELASTOEPASSINGEN
MMA-lassen kan onder bijna alle omstandigheden worden toegepast en is daarom een vrij universele methode in de lasindustrie. Het wordt veel gebruikt bij installatiewerkplaatsen waar lasapparaten op alle minder goed bereikbare locaties inzetbaar moeten zijn en waar het werk vaak in de open lucht plaatsvindt.
MMA-lassen is een vaak toegepaste lasmethode, bijvoorbeeld voor het lassen van pijpleidingen van elektriciteitscentrales en andere plaatsen waar pijpleidingen gelast worden. Het is ook een favoriete lasmethode van hobbyisten en kleine reparatiewerkplaatsen. MMA-lassen kan bovendien worden toegepast bij het lassen onder water. Hiervoor worden toevoegmaterialen toegepast die speciaal ontwikkeld zijn voor onderwatergebruik.
Elektrodelasapparaten
MMA-lassen vereist een voeding, een werkstukkabel en een laskabel voorzien van de lastang. Er wordt geen beschermgas gebruikt, aangezien de laselektrode voorzien is van een laagje materiaal dat beschermgas en slak afgeeft over het smeltbad. Veel TIG-lasapparaten zijn ook geschikt voor MMA-lassen.
De moderne kleine inverter-stroombronnen zorgen voor grotere mobiliteit en inzetbaarheid op alle locaties. De voeding kan bijvoorbeeld worden aangesloten op een generator met lange aansluitkabels, waardoor het lasapparaat kan worden meegenomen tot vlak naast het werkstuk. De kleinste stroombronnen wegen nu nog maar 5 kg (10 lbs).
MMA-lassen is vrij populair bij de hobbygebruiker, aangezien er alleen de stroombron en toevoegmateriaalstaven voor nodig zijn. Er is geen beschermgas vereist en de apparaten werken meestal op de spanning van een normaal stopcontact.
Bekijk Kemppi MMA-lasapparatuur
LASELEKTRODEN
Een laselektrode is een rechte lasdraad met een vaste lengte, voorzien van een mantel van toevoegmateriaal. De laselektrode is voorzien van een inklemgedeelte, waarmee deze wordt bevestigd in de lastang. Aan het andere einde van de elektrode zit de ontstekingskop, waarmee het werkstuk wordt aangetikt om de boog te ontsteken. De kwaliteit of handelsnaam van de elektrode staat aangegeven op de bekleding van de elektrode, in de buurt van het inklemgedeelte. Meestal wordt ook de AWS-klasse vermeld.
De diameter van een laselektrode verwijst naar de diameter van de metalen staaf binnenin de elektrode. Het doel van de bekleding aan de buitenzijde van de metalen staaf is om te voorkomen dat bij het lassen de omgevingslucht het proces verstoort, om slak aan te maken ter ondersteuning van de las en om het creëren van de boog te vereenvoudigen.
ELEKTRODELASTECHNIEK
Voordat u gaat lassen, wordt aanbevolen dat u de toestand van de stroombron voor het lassen controleert, evenals de kabels, de lastang en de aardklem van het werkstuk. Als de voedingsbron een bedieningspaneel en een afstandsbediening heeft, moet ook de werking daarvan worden gecontroleerd. De kwaliteit en het type laselektrode moeten worden gecontroleerd, en moeten overeenstemmen met het werkstuk. Ook moet de bekleding van de elektroden intact zijn.
Het lassen wordt gestart door de bodem van de groef aan te tikken met de laselektrode. Hierna dient u de laselektrode met een constante booglente terug te bewegen naar het begin en de elektrode rustig te verplaatsen in de lasrichting terwijl u de breedte van het smeltbad in de gaten houdt. Beweeg de laselektrode met het handvat naar voren gericht. De grens van de gevormde slak wordt zichtbaar na de gesmolten lasnaad. Deze moet zich achter de gesmolten las bevinden. De afstand van de slakgrens tot aan het smeltbad las kan worden bepaald met de lasstroom en de hoek van de lastang.
Concentreer u tijdens het gehele lasproces op de lengte van de boog en houd deze zo kort mogelijk. De booglengte kan gemakkelijk toenemen als de elektrode korter wordt tijdens het lassen. De beweging kan in eerste instantie lastig zijn te beheersen zijn, maar het is niet moeilijk om eraan te wennen.
Als de laselektrode opraakt, dient u de slak van de vorige las te verwijderen en die te reinigen met een staalborstel. Ontsteek de volgende elektrode een eindje verderop ten opzichte van de eerdere las. Beweeg dan de laselektrode terug naar de eerdere las en ga vervolgens door met lassen.
Schakel de laselektrode uit door deze een eindje terug te bewegen naar de voltooide las en door vervolgens de elektrode recht van het werkstuk af te trekken.